Woensdag, 25 oktober 2023

Ik duw mijn buikpijn naar mijn been, mijn hoofdpijn naar mijn oor.
En alle niet-wederkerigen zachtjes uit mijn leven.

De man met het slappe handje is robuuster in zijn woorden. Hij ontneemt ons alle hoop. Zet ons leven om in vierkante meters.

Ik hoef geen design badkamer meer met lastig te reinigen gootjes vol tandpasta, shampoo en haar, maar ga nu helemaal voor een gezellige keuken. Een gezellige keuken betekent: indirect licht, zacht lampenschijnsel.
Ik besef dat ik goud in handen heb, maar weet niet hoe het uit te geven.

Op tv hoor ik iemand vertellen over de schedel die hij achter zich op de vloer hoorde barsten.
Iemand anders zegt dat ik lang zal leven, maar dat werd jaren geleden tegengesproken door de man met de snelle hartslag. Omdat ik er ook zo een heb, zei hij: wij zullen snel uitgeklopt zijn.
Hij bewees zijn deel al, drie jaar geleden.
Een oude vriend vraagt: weet je nog hoe Stuart A. Staples je lichaam deed trillen met zijn stem? En dat ik naast je zat en daar niet meer ben weggegaan? En dat de A. voor Ashton staat?

Te midden van de pleisters met valeriaan en magnesium en cbd, en de neusinhaler met lavendel, cederhout en bergamot, en de L-Tryptofaan waarin ik bijna elke avond stik, en de ashwagandha die me ’s ochtends oplapt, en de oppeppende geurstick met sinaasappel, limoen en eucalyptus, en de kubusjes cafeïnekauwgom voor wanneer alles is mislukt, houd ik stand als slaapsukkelaar.

Ik ontdooi een man in de regen. Stel me voor dat zijn nauwelijks waarneembare knikje en richting glimlach opgetrokken mondhoek voor hem het equivalent zijn van schaterlachen. Ik kijk hem verrast aan van onder mijn paraplu.

Ik word wakker en denk: vandaag heb ik concreet fruit nodig. Druiven en kiwi’s en een koffiekoek met rabarber. En daarna ga ik luisteren naar hoe het ziekenhuis heeft gepuzzeld met mijn moeders hoofd.
Ik leg mijn hand op mijn pijn en besef dat twee maal mijn het niet meer van mij maakt.

Op de parking van de Delhaize meen ik twee ogen te herkennen, die mij ook even in zich opnemen. Vijf passen voorbij de man weet ik: Serge! Een klasgenoot uit de lagere school die ik sindsdien niet meer zag. Ik had hem willen aanspreken, maar nu is het te laat. Ik loop geen mannen achterna. Ik loop geen mensen achterna.
Er duikt een pagekapsel op, en een mouwloos vestje van iets wat leek op dierenhuid, maar geen achternaam. Ik zoek in mijn geheugen, maar er komt niets. Ik wil het weten, zet het hele alfabet na zijn voornaam. Probeer combinaties met ‘De’, ‘Van’, ‘Van de’, maar niks … Even komt de naam Yskout in mij op, maar nee, dat is het niet. Nog de hele dag blijf ik zoeken, zonder resultaat.
Pas de volgende ochtend is daar ineens: De Vries! Serge De Vries! Die Yskout was er niet zomaar.
Hoe ik mijn hele leven in mijn hoofd meedraag, zonder zwaarte.

Op een immosite herken ik meteen een huis waarin ik was, meer dan twintig jaar geleden. Ik moet denken aan de nacht, het was een zaterdag, dat ik daar opgesloten zat. Ik mocht niet weg voordat ik, samen met de eigenaar, de zittingen van een hele reeks stoelen had verwijderd met een tangetje. Het was iets wat hij deed als bijverdienste. Ik was moe en bang, zei dat ik naar huis wou. Hij had de sleutel uit het slot van de buitendeur gehaald en hoog op een kast gelegd.
Voor mijn werk heeft hij me niet betaald. Op de foto’s op internet herken ik de lelijke gele gordijnen.

Een gedachte over “Woensdag, 25 oktober 2023

Plaats een reactie