Donderdag, 30 november 2023

Ik liep op een gekwetste straat. Diepe snijwonden, met bloed nog aan de randen. Deze weg begreep ik niet.

Hij is al de hele dag weg en stil en ik denk aan hoe hij misschien dood is, nu, en ik vanaf nu alleen verder moet. Hoe niemand er voor me zal zijn, zoals er nog nooit iemand voor me was toen het erop aankwam.
Maar dan rijdt zijn auto gewoon de oprit op, en krijg ik uitstel. Hoef ik, tenminste de rest van de avond, niet meer te denken aan het onvermijdelijke.

Het bibliotheekboek met spookverhalen van Jeanette Winterson ruikt naar wierook.

Sinds ik de man enkele weken geleden op straat ontmoette, kom ik hem overal tegen. Ook buiten zijn wandelpad, en ook buiten zijn wandeluren.
Soms lopen we een stuk samen. Ik vraag hem naar zijn leven, naar de snijwonden in het asfalt. Zacht kwetsen om grote wonden te vermijden, weet hij.
Hij zegt: ik wil je niet tot last zijn. En: ik heb geen bijbedoelingen.
Maar ook: ik vond je meteen een mooie vrouw. En: je ziet er veel jonger uit dan je bent.
Zijn stem kraakt van de overwonnen kanker. Hij ziet er zo oud uit als mijn vader, en dat is hij ook. Zo oud; niet mijn vader. Zijn vrouw ligt sinds drie jaar onder de grond, en nu gaat hij wandelen en leert hij mensen aan te spreken. Ik heb met hem te doen. De eenzaamheid die hij door de straten sleept, zijn hoopvolle blik richting mij. Zijn aarzelende voorstel om vanaf nu samen te wandelen.
Hij wijst naar boven, toont me waar hij woont. Daar, op nummer 8. Altijd welkom voor koffie, zonder bijbedoelingen.

De kassierster kijkt in het zakje en vraagt: gele kiwi’s of groene?

Ik moet denken aan lang geleden, het winkeltje in mijn geboortedorp met een allegaartje van posters, knuffels, vaasjes, kleurrijke balpennen, pennenzakken, pantoffels of een handdoek met een ondeugend opschrift, geurgommetjes en nog zoveel meer: de Kera Shop, waar op de overvolle rekken bijna meer dreigende waarschuwingen voor diefstal stonden dan koopwaar, en hoe de gerante nadat ik, nog een kind, had afgerekend de lege plastic zak waarin ik mijn aankoop wou opbergen, uit mijn handen griste en er een venijnige blik in wierp. Hoe ze mij de zak zwijgend teruggaf. Ik was zo overdonderd dat ik stilletjes de winkel verliet. Er nooit nog iets heb gekocht.

De moeder zegt dat ik slaappillen moet nemen. De vader wil weer gaan horen.
Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd met hun negatieve wilsverklaring. Als een enig kind zorg ik ervoor dat ze op tijd kunnen sterven.

Ik denk aan niets en daarna denk ik aan nog meer niets.

En toen was er de vriend die had begrepen dat je niets anders kan doen dan om de drie dagen vragen: red je het nog?

Wanneer ik eindelijk in slaap val (met een lachwekkende pleister op mijn pols: een wit schijfje maan en drie sterren tegen een donkerblauwe achtergrond), glijdt er een reusachtige UFO op enkele tientallen centimeters afstand over mijn hoofd, maar hij neemt me niet mee.

Een gedachte over “Donderdag, 30 november 2023

  1. Pingback: Met de hand gemaakt (vangst #152) – Aanlegplaats

Plaats een reactie