Het stokken van de adem

Wat ik me, dertien jaar later, plots afvraag is:
als je je kind op een seconde tijd wil redden van de dood
hoort dat stokken van de adem dan geen oerkreet te zijn?

Het was door die hapering, zo stil maar onbeheerst, dat ik in het leven bleef
maar toen ik met mijn intacte hoofd op dat zwarte stoeltje zat te beven
en niemand daarnaar durfde te kijken
dacht ik: dit kon niet de bedoeling zijn.
Dat het zo moest gaan.
De stille zucht de woede het vluchten na de ramp.
Beef jij nu maar alleen.

En toen werd ik naar een andere plaats gebracht
het leek wel voorgoed
door de vage vriend die me eens had proberen te kussen op een eerste afspraak en toen emotioneel werd en zei: mijn moeder gaat zò blij zijn als ik daar met iemand als jij aankom.
Die dag, de dag van het bijna sterven, voerde hij me in zijn rammelende bestelwagen met Sixteen Horsepower uit het dashboard, mijn meubels achterin.
Hij rook altijd een beetje naar boerderij maar niet nu.
Nu was hij praktisch en reddend, ook al waren we even groot en hij enkele maanden jonger.
Hij was een winterman.
En ik zat daar te leven, hoog boven de weg, en David Eugene Edwards maakte me gelukkig.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s