Grenzen

Ik ben wat te vroeg en beslis vòòr de les nog gauw een brood te kopen op de markt vlakbij. Tegen de zijkant van het bakkerskraam leunt een man. Hij praat tegen de vriendelijke verkoopster. De stugge is voor mij. Ik wens haar opgewekt een goedemorgen, zij mompelt iets, snijdt mijn speltbrood. Ik ben de enige klant. De man stuurt zijn verhaal boven het kabaal van de broodsnijmachine uit, zwijgt dan even, niest tegen mij aan. Ik betaal, wandel naar het lokaal waar ik de voormiddag zal doorbrengen, net als vorige week. Ik leer over grenzen.

In een e-mail van mijn beste vriend lees ik: ‘Ik vind dat je bijzonder weinig begrip toont voor mijn situatie’. En in een volgende wordt die zin herhaald, en aangevuld met: ‘Je bent soms zo …’
Achter die ‘zo’ is zoveel ruimte om in te vullen, dat ik snel de mail sluit.
Zijn drie voorafgaande berichten, die in de tijdsspanne van een kwartier waren afgevuurd, bestonden gedeeltelijk uit hoofdletters. Om boosheid uit te drukken.
Het stond er ook zo: ‘IK KOOK VAN WOEDE’. En: ‘IK BEN RAZEND’.
Die berichten kwamen als reactie op mijn teleurstelling in hem. Omdat ik die had uitgesproken. En omdat ik al zo lang over me heen had laten lopen, braaf was geweest, geduldig, en zijn niet nakomen en steeds opschuiven van een belofte de druppel was.
Zo had ik dat ook geschreven: ‘Sorry als ik wat scherp klink nu, maar alles loopt mis in mijn leven en dit is de druppel.’
En na die hoofdletters was ik ook nog eens boos op mezelf, omdat ik die druppel zo tactvol mogelijk had proberen te verwoorden en me dan ook nog had verontschuldigd voor mijn boosheid. En omdat ik blijkbaar, nog altijd, niet boos mag zijn. Omdat daar dan overheen wordt geroepen.
En omdat mijn beste vriend mij ziet als iemand die weinig begrip toont, terwijl ik soms naar adem moet happen van al dat meevoelen, en net daarom wil leren over grenzen.
Ik zwijg, hou deze gedachten voor mij.

Tijdens deze tweede les over grenzen is het mijn beurt om kwetsbaar te zijn, nadat de meeste anderen dat al waren. Ik hoor mijn woorden de stilte doorscheuren en ook dat trillinkje in mijn stem, en weet dat de anderen het ook hebben gehoord. Ik heb het minst erge verhaal uitgekozen. Ik voel hoe iedereen luistert.
Dan is het pauze en wanneer ik opsta en mijn jas aantrek, vraagt degene naast mij zacht: ‘Gaat het?’
Dat deze woorden komen nadat ik had beslist dat ik uitgegeven was, dat het nu eindelijk eens de beurt mocht zijn aan krijgen, treft me. Ze zijn de zwachtel rond de hoofdletters.

Enkele uren na de sms die ik hem stuurde over de zoveelste klap, belt mijn man vanuit Londen.
Ik huil: ‘Ik mag geen dochter zijn, ik mag geen moeder zijn, ik mag geen schrijfster zijn. Wat ben ik dan wèl?’ Hij zegt niet ‘mijn vrouw’, maar: ‘Je hoeft geen rolletje te zijn, maar gewoon jezelf.’
Dat klinkt zo geruststellend, dat ik hem geloof.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s